Parel

Werk

Nooit heb ik werken vervelend gevonden. Werken heeft me veel gebracht en vooral geleerd. Toch koos ik er afgelopen jaar voor om mijn werk op te zeggen. Een beginnend dertigers dilemma en een lichtelijke frustratie omtrent de stroperigheid van de organisatie waar ik werkte, bleken een fatale combinatie voor mij.

Levend in een land als het onze en dankzij mijn opgespaarde vakantie dagen, kon ik vrij risicoloos drie maanden “vrij” nemen en op reis. Om daarna vol frisse moed en energie een nieuwe plek te vinden waar ik weer aan de slag zou gaan.  

Die reis is, zoals we weten, geweldig verrijkend geweest. Dat het einde van die reis me een langere periode zonder werk heeft opgeleverd, is een omstandigheid waarvan ik dolblij ben dat ik die eerder niet kon vermoeden. Dat ik nu al tien maanden ziek (en herstellend) ben, blijft in alle facetten surreëel. 

Eindelijk ben ik nu op een punt aanbeland waar ik het weer aandurf om in het pierenbadje van de werkende wereld te stappen. Of eigenlijk, met mijn tenen een beetje te wennen aan het water. Gelukkig met de beste badmeester aan de zijlijn, mijn vroegere baas N. 

Een baas die het woord baas overigens verafschuwt. “Je bent toch geen hond!”. Leidinggevende vind ik suf en voor mij is het een echte baas met een hoofdletter B. Zo een baas die je uitdaagt het beste uit jezelf te halen, vertrouwen heeft, geeft en een leermeester. Hoewel ik zeker weet dat ik straks niet meer terug ga naar mijn oude werkplek, is het ongelooflijk fijn om juist op deze plek weer een beetje te wennen aan het werkende leven en vooral te ervaren wat dit met me doet. Het is namelijk niet alleen een soort van nieuw lijf waar ik mee om moet gaan, maar ook moet ik wennen aan het ritme en de regelmaat van werk. 

Vandaag was de eerste dag van deze nieuwe fase van mijn herstel en ik ben verdomde tevreden met de eerste indrukken. 

Hoewel ik voel dat dit meer energie kost dan ik had verwacht, was het goed om te voelen dat ik op een plek ben terechtgekomen waar ik veilig kan gaan opbouwen. Ook heb ik weer gevoeld hoe goed het is om dankzij een andere bezigheid dan “beter worden”, een nieuw soort afleiding te hebben gekregen. Afleiding van dat wat in de afgelopen tijd de hoofdrol heeft gespeeld in mijn leven: mijn lijf en hoofd. Ik heb de volle aandacht voor dat proces absoluut nodig gehad. Voor andere afleiding dan mijn allerliefste vrienden en familie was geen ruimte. Maar nu voel ik dat het tijd is om weer wat meer aandacht en tijd te besteden aan anderen en andere dingen dan mijzelf. 

Als ik dit nalees, besef ik me meer en meer dat mijn knagende schuldgevoel groeit. Een schuldgevoel naar de massa’s mensen op aarde die een re-integratie systeem als het onze niet kennen. 

Echt, hoe arelaxed en heftig ziek zijn en de daarmee gepaard gaande formaliteiten ook zijn, wij hebben een systeem. Een sociaal vangnet. Mijn vrienden in het Midden Oosten en vele, vele anderen, kennen dit niet en zullen altijd op zichzelf worden teruggeworpen in tijden van nood. De veerkracht van hen zal ze altijd helpen, maar toch……geen baan of enige andere bezigheid zal me hoop ik ooit zo afleiden dat ik vergeet dat wij zo een mazzel hebben en zij niet….

In dankbaarheid en met een beetje buikpijn ga ik nu slapen.