Amandel

Bang

De knallen ’s nachts, de gewapende soldaten op straat en op daken, de jeeps met traangas en waterkanonnen die zo iets heftigs verspreiden waardoor je je kleren weg kan gooien en jezelf urenlang moet schoonschrobben, de rubberen kogels die hier door het rond vliegen of de onverwachte invallen. Het zouden zaken moeten zijn die me bang maken. Maar ik ben het niet, voor die dingen zeker niet. Waarom niet? Omdat al deze dingen niet op mij zijn gericht. Ik word er wel boos en verdrietig van, maar bang ben ik niet.

Nou ja, niet bang voor dat.
Maar ik ben wel bang.

Bang voor de behandeling die me te wachten staat als ik hier wegga. De bejaging die ik blijkbaar verdien door hier niet slechts als toerist of pelgrim te zijn. Bang, dat ik daardoor nooit meer terug mag komen. Bang voor de dialoog die ik in Nederland zal moeten gaan voeren en zelfs bang om dit nu op te schrijven en te delen.

Ik heb geen idee wie er nu nog meer meeleest. Heb mijn blog bewust zo ingesteld dat alleen mensen die ik ken, mogen meelezen. Maar we weten allemaal dat niets tegenwoordig meer echt privé is. En onder de noemer van terrorisme bestrijding en het tegengaan van radicalisering, is heden ten dage veel mogelijk. Mijn aanwezigheid hier is waarschijnlijk reden genoeg om dingen te vermoeden waar ik geen weet van heb. En die angst doet me pijn. Het enige dat ik doe is, op mijn manier mensen helpen. Door ze een stem te geven, naar ze te luisteren en misschien middelen te bieden om in deze abnormale omgeving te helpen overleven.

Ik doe hier, wat mij mij maakt. Als dat betekent dat ik daardoor een intimiderende en onmenselijke behandeling verdien bij mijn vertrek, dan is dat zo. Maar ik moet ergens de kracht vinden om dat “op de koop toe te nemen”. Te accepteren dat ik er niets aan kan doen en dat het er bij hoort. Beseffen dat mijn angst echt niets is in vergelijking tot de dagelijkse vrees waar men hier onder lijdt. Gelukkig is die vlucht terug naar Brussel pas over een paar weken, dus ik probeer er niet teveel over na te denken. Ik ga in die tijd goed zoeken naar het knopje dat ik kan omzetten, van angst en lichte woede naar trots. Zodat ik met een glimlach en zelfverzekerde tred mezelf kan verzekeren van mijn terugkeer naar dit land.