Amandel,  Parel

Vrijheid en alle tijd

Vrijheid kent vele vormen.

Een paar jaar geleden organiseerde ik met vrienden een internationaal kamp met als thema “friendship in freedom”. Vriendschap in vrijheid, zoiets simpels en wezenlijks dat je er eigenlijk nooit bij stilstaat hoeveel die vriendschap waard is. In die tijd maakte ik natuurlijk het onderscheid tussen vrij en niet vrij zijn in relatie tot oorlog en vrede maar zeker ook met betrekking tot handicaps die je beperken in je doen en laten. We waren en zijn zo trots dat dat thema mensen verbond voorbij nationaliteit of handicap en echte vriendschappen heeft gebracht zonder beperkingen. Dat ik me nu, drie jaar later, pas ga beseffen dat vrijheid nog dieper en verder gaat dan dat, maakt me niet per se verdrietig maar het gevoel van schaamte ten aanzien van mensen die niet vrij zijn (in de brede zin van het woord) bekruipt me wel.

Bij het ontbijt ontmoette ik een jongen uit Zuid Korea, die nu in de VS woont, met wie ik sprak over onze observaties. Hij vertelde me dat een Palestijnse student aan hem vroeg hoe hij zich voelde in Zuid Korea ten opzichte van buurland Noord Korea. Zijn antwoord was, dat de constante dreiging van geweld van het noorden bewust en onbewust altijd meespeelde in de hoofden en bezigheden van mensen. De Palestijnse student reageerde begripvol en voegde er van zijn kant aan toe dat de immer aanwezige dreiging van geweld ook onderdeel was van ieders bestaan in zijn omgeving. Echter, de wetenschap dat je die dreiging nooit zomaar achter je kan laten, omdat je nationaliteit nergens wordt erkend en dus gevangen zit zonder uitzicht op een volledig vrij bestaan, overschaduwt alles. Behalve kippenvel bracht dit gesprek me ook meer inzicht in basis omstandigheden de van de mensen hier. Want hoe basaal en banaal is het, dat je niet eens meer bang bent voor geweld maar dagelijks moet leven met de gedachte dat er voor jou geen mogelijkheid is om er überhaupt aan te ontsnappen en het geweld dus een bijzaak wordt?!?

Mijn eerste mijlpaal heb ik ondertussen op mijn werk bereikt, het organigram is goedgekeurd door het bestuur! Nu ga ik door met het opstellen van een fundraising plan, wat een stuk meer tijd zal gaan kosten omdat ik de belangrijkste documentatie bij elkaar mag zoeken en leesbaar ga maken. Gelukkig heb ik daarvoor nog alle tijd. Tijd die ondertussen voorbij vliegt! Ik ben hier nu een week en waar het aan de ene kant voelt alsof ik hier al veel langer ben, lijkt het anderzijds alsof ik gisteren nog  afscheid nam van mijn lieve OLVG collega’s.

Nu ik nog midden in deze fantastische en onvergetelijke tijd zit, ga ik verder met het absorberen van alles wat er op me afkomt en mezelf verkijken met wat de mensen me hier leren. Voor ik het weet, ben ik weer thuis in een wereld waarin we ons druk mogen maken over dingen waar men hier niet eens over durft te fantaseren….

Over tijd gesproken, ik las net zo een toepasselijk gedicht van Toon Tellegen die ik jullie niet wil onthouden omdat hij zo past bij mijn gevoel én omdat Toon gewoon een held is!

Beste Eekhoorn,

Als je wilt dat de tijd voorbijgaat (en dat wil je toch niet?)
dan moet je aardig zijn voor de tijd, je moet vragen wat hij wenst
je moet je luiste stoel naar hem toe schuiven je moet hem een kopje thee aanbieden
en zoveel honing voor hem neerzetten als hij ooit maar op kan
(maar je moet er wel op letten dat je wat overlaat voor mij, als ik straks langskom),
je moet zorgen dat de zon schijnt  en dat de lijster zingt
en dat de geur van zoete beukennoten rondwaart
(zo heet dat)
– en als hij dan toch nog voorbijgaat dan moet je voor hem gaan staan en roepen: Ho! Wacht even! en dan moet je hem strelen –
eerst de seconden dan de minuten en de uren en dan de dagen en de maanden en de jaren, zachtjes strelen –
misschien gaat hij dan nooit voorbij (maar zeker is dat niet).
 Wacht anders tot ik er ben.
 Tot straks.

De mier